Om een indruk te krijgen of ik e.e.a. een beetje onder controle heb of houd, meet ik regelmatig mijn waardes.
De gegevens zet ik in een database. Middels een rapport maak ik alles inzichtlijk.
Wanneer ik gesport heb, is dit in het rapport ook te zien. Lage of hoge waardes zijn dan te verklaren.
De roeitrainer slaat de gegevens van elke workout op: datum, tijdstip, workout, hartslag, aantal slagen per minuut, wattage en verbruik van calorieën.
Ook deze gegevens zet ik in een database.